Achterlichten zijn witte lichten die zo dicht mogelijk bij de achtersteven van de boot worden geplaatst en ononderbroken licht geven. Een horizontale lichtboog van 135° wordt weergegeven binnen 67,5° van direct achter het schip naar elke kant. De zichtafstanden zijn respectievelijk 3 en 2 nmil, zoals vereist door de kapitein. Wordt gebruikt om de dynamiek van het eigen schip weer te geven en de dynamiek van andere schepen te identificeren en aan te bieden
Achterpositielicht: een licht dat wordt gebruikt om de aanwezigheid en breedte van het voertuig aan te geven, gezien vanaf de achterkant van het voertuig;
Richtingaanwijzer achter: een licht dat wordt gebruikt om andere weggebruikers erachter aan te geven dat het voertuig rechts of links afslaat;
Remlichten: lichten die aan andere weggebruikers achter het voertuig aangeven dat het voertuig remt;
Mistachterlichten: lampen die het voertuig bij zware mist beter zichtbaar maken van achter het voertuig;
Achteruitrijlicht: Verlicht de weg achter het voertuig en waarschuwt andere weggebruikers dat het voertuig achteruit rijdt of gaat rijden;
Achterretroreflector: Een voorziening die de aanwezigheid van een voertuig aangeeft aan een waarnemer die zich in de buurt van de lichtbron bevindt, door licht van een externe lichtbron te reflecteren.
Gloeilamp lichtbron
Gloeilamp is een soort thermische stralingslichtbron, die afhankelijk is van elektrische energie om de gloeidraad te verwarmen tot gloeien en licht uit te zenden, en het uitgestraalde licht is een continu spectrum. Het traditionele autoachterlicht met gloeilamplichtbron bestaat hoofdzakelijk uit vier delen: gloeilamplichtbron, enkele parabolische reflector, filter en lichtverdelingsspiegel. Gloeilampen zijn eenvoudig van structuur en gemakkelijk te gebruiken, en zijn de meest gebruikte lichtbronnen, met een stabiele output en weinig verandering met de omgevingstemperatuur. [2]
geleid
Het principe van de lichtemitterende diode is dat onder de voorwaartse voorspanning van de junctiediode de elektronen in het N-gebied en de gaten in het P-gebied door de PN-overgang gaan, en dat de elektronen en gaten recombineren om licht uit te zenden. [2]
neonlichtbron
Het lichtgevende principe van de neonlichtbron is het aanleggen van een elektrisch veld aan beide uiteinden van de ontladingsbuis gevuld met inert gas om een continue ontlading te genereren. Bij dit proces laten de aangeslagen edelgasatomen fotonen vrij en zenden ze licht uit wanneer ze terugkeren naar de grondtoestand. Het vullen van verschillende edelgassen kan licht van verschillende kleuren uitstralen.