Testmethode voor de prestaties van de brandstofpomp
Sommige harde storingen (zoals niet-werken, enz.) van de brandstofpomp van een auto zijn gemakkelijk te beoordelen, maar sommige intermitterende zachte storingen zijn moeilijker te beoordelen. In dit opzicht kunnen de prestaties van de brandstofpomp worden beoordeeld door de werkstroom van de brandstofpomp te meten met een digitale multimeter voor auto's. De specifieke methode is als volgt.
(1) Plaats de digitale multimeter van de auto in het stroomblok, druk op de functietoets (SELECT) om aan te passen aan het gelijkstroomblok (DC) en sluit vervolgens de twee testpennen in serie aan op de verbindingslijn van de te testen brandstofpomp.
(2) Start de motor en druk, terwijl de brandstofpomp werkt, op de dynamische registratieknop (MAX/MIN) van de digitale multimeter van de auto om automatisch de maximale en minimale stroomsterkte te registreren wanneer de brandstofpomp werkt. Door de gedetecteerde gegevens te vergelijken met de normale waarde, kan de oorzaak van de storing worden vastgesteld.
Veiligheidsmaatregelen voor het detecteren van brandstofpompstoringen Bewerken Uitzending
1. Oude brandstofpomp
Bij het opsporen van storingen in brandstofpompen van voertuigen die langdurig in gebruik zijn, mogen deze brandstofpompen niet droog worden getest. Wanneer de brandstofpomp wordt verwijderd, blijft er namelijk brandstof achter in de pompbehuizing. Tijdens de test onder spanning, wanneer de borstel en de collector slecht contact maken, zal een vonk de brandstof in de pompbehuizing doen ontbranden en een explosie veroorzaken. De gevolgen zijn zeer ernstig.
2. Nieuwe brandstofpomp
De nieuw vervangen brandstofpomp mag niet droog worden getest. Omdat de motor van de brandstofpomp in de pompbehuizing is verzegeld, kan de warmte die ontstaat bij het inschakelen tijdens de droge test niet worden afgevoerd. Zodra het anker oververhit raakt, zal de motor verbranden, dus de brandstofpomp moet voor de test in brandstof worden ondergedompeld.
3. Andere aspecten
Nadat de brandstofpomp de brandstoftank heeft verlaten, moet de brandstofpomp op tijd worden schoongemaakt. Ook moet worden voorkomen dat er vonken in de buurt van de pomp ontstaan. Ook moet het veiligheidsprincipe "eerst de bedrading aansluiten, dan de stroom inschakelen" worden nageleefd.