Moet ik de montage van de richtingaanwijzer in mijn spiegel aanpassen?
De lampjes in de achteruitkijkspiegel worden richtingaanwijzers genoemd en hebben diverse functies. Ze dienen niet alleen als waarschuwingslampje om andere voertuigen te waarschuwen voor hun rijstrook, maar kunnen ook dienen als waarschuwingssysteem voor dode hoeken in de achteruitkijkspiegel of als waarschuwingslampje aan beide zijden van de auto. Wanneer de auto vergrendeld is, gaat dit lampje automatisch branden om aan te geven dat het antidiefstalsysteem van de auto werkt.
De bediening van de richtingaanwijzer is zeer eenvoudig: u hoeft zich alleen maar de stuurkolom voor te stellen als een stuurwiel. De bediening vindt plaats volgens de volgorde rechtsboven en linksonder. Dankzij de automatische terugkeerfunctie van de richtingaanwijzer kan de bestuurder na het draaien terug naar het stuurwiel in plaats van handmatig.
De richtingaanwijzer is het belangrijkste onderdeel van de dynamische voertuiginformatie en is voor en achter op de carrosserie geïnstalleerd om de rijveiligheid te verbeteren. Op kruispunten op algemeen niveau moet de richtingaanwijzer worden ingeschakeld op basis van de wegbreedte, de verkeersstroom en de snelheid, op ongeveer 20 meter afstand van de kruising. Wanneer u een kruispunt met een begeleidingsstrook oprijdt, dient u uw richtingaanwijzer in te schakelen voordat u de begeleidingsstrook oprijdt. Rijd niet te vroeg of te laat om misverstanden met uw achterligger te voorkomen.
Het is niet per se nodig om de richtingaanwijzer van de spiegel te vervangen. Controleer eerst of de lamp beschadigd is. Als er een probleem is met de lamp, vervang deze dan direct. Als de lamp in orde is, controleer dan de bedrading opnieuw. Als de bedrading in orde is, moet u mogelijk de lamp vervangen. Repareer de leiding als er een probleem is met de leiding. Als de richtingaanwijzer niet werkt, controleer dan ook de knipperrelais en zekeringen.
Controle- en reparatiestappen
Controleer de lamp: als de lamp kapot is, vervang hem dan direct door een nieuwe. Controleer de kabel: Controleer het deel van de kabel. Als de kabel defect is, repareer hem dan. Controleer de knipperlichtrelais en zekeringen: Als de kabel werkt, maar de richtingaanwijzer niet aan staat, controleer dan of de knipperlichtrelais en zekeringen werken.
Samenvatting: De richtingaanwijzer van de achteruitkijkspiegel hoeft niet per se vervangen te worden. Controleer eerst de lamp en de bedrading, en als die in orde zijn, overweeg dan om de module te vervangen. Als u niet zeker weet hoe u dit moet doen, schakel dan professionele hulp in.
De basisbedieningsmethode van autorichtingaanwijzers
De richtingaanwijzer van een auto wordt meestal bediend met een hendel of knop aan de linkerkant van het stuur. Over het algemeen kan de rechter richtingaanwijzer worden ingeschakeld door de hendel omhoog te bewegen of op de knop te drukken, en de linker door de hendel omlaag te bewegen of op de knop te drukken. Zorg ervoor dat u uw richtingaanwijzer van tevoren inschakelt, zodat het achteropkomende verkeer voldoende tijd heeft om te reageren.
Gebruik in verschillende rijsituaties
bij het parkeren langs de weg : wanneer u langs de weg parkeert, moet u de richtingaanwijzer naar rechts aanzetten om het achteropkomende voertuig te waarschuwen.
bij het wegrijden vanuit stilstand : Wanneer u wegrijdt vanuit stilstand, zet u uw richtingaanwijzer naar links aan om het achteropkomende verkeer te waarschuwen.
bij het inhalen en invoegen : zet bij het inhalen en invoegen eerst de linker richtingaanwijzer aan en zet vervolgens de rechter richtingaanwijzer aan nadat u klaar bent met inhalen en invoegen.
De snelweg oprijden of verlaten: Zet uw linker richtingaanwijzer aan als u de snelweg oprijdt, en zet uw rechter richtingaanwijzer aan als u de snelweg verlaat.
Oprijden of verlaten van de rotonde : gebruik bij het oprijden van de rotonde niet de lichten, maar gebruik bij het verlaten van de rotonde de richtingaanwijzer naar rechts.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de richtingaanwijzer
vooraf: wanneer u zich voorbereidt om af te slaan, moeten de lichten 10 tot 20 seconden eerder oplichten, zodat het achteropkomende voertuig voldoende tijd heeft om te reageren.
Controleer of de verlichting werkt: In de auto kunt u via de indicator op het dashboard controleren of de richtingaanwijzer werkt.
Vermijd veelvuldig schakelen: schakel de richtingaanwijzer niet te vaak in en uit om misverstanden en onrust bij achteropkomend verkeer te voorkomen.
Wilt u meer weten? Lees dan ook de andere artikelen op deze site!
Neem contact met ons op als u dergelijke producten nodig heeft.
Zhuo Meng Shanghai Auto Co., Ltd.is toegewijd aan de verkoop van MG&MAUXS auto-onderdelen welkomkopen.