Nadat de plaat op de plaat is geïnstalleerd, worden de ontwerpbenaderingshoek en vertrekhoek van het voertuig niet beïnvloed.
De op de voorbumper van het voertuig geïnstalleerde plaatplaat 2. De op de voorplaat gemonteerde plaat moet loodrecht of ongeveer loodrecht staan op het symmetrievlak in de lengterichting van het voertuig; het middelpunt van de voorplaat mag zich niet op de voorplaat bevinden. linkerkant van het symmetrievlak in de lengterichting van het voertuig, en de voorplaat en de plaatbeugel mogen de rechterrand van de voorkant van het voertuig niet overschrijden.
De op de voorplaat geïnstalleerde plaat moet in principe loodrecht op het horizontale vlak staan en de voorplaat mag niet verder naar achteren kantelen.
De kentekenplaat aan de achterkant van 15° moet zich aan de achterkant van het voertuig bevinden. De op de achterste kentekenplaat aangebrachte kentekenplaat moet loodrecht of ongeveer loodrecht staan op het symmetrievlak in de lengterichting van het voertuig en moet zich aan de rechterkant van het symmetrievlak in de lengterichting van het voertuig bevinden. De achterste kentekenplaat en de kentekenplaatbeugel mogen de linkerrand van de voorkant van het voertuig niet overschrijden. Wanneer de hoogte van de bovenrand van de achterplaat boven de grond groter is dan 1,2 m, is de hoogte van de voorkant van de achterplaat onder de grond groter dan 30°
15°