De carrosserie van een auto heeft doorgaans drie kolommen: de voorste kolom (A-kolom), de middelste kolom (B-kolom) en de achterste kolom (C-kolom), van voor naar achter. Bij auto's fungeert de kolom naast ondersteuning ook als deurkozijn.
De voorste kolom is de verbindingskolom links en rechts die het dak met de voorste cabine verbindt. De voorste kolom bevindt zich tussen de motorruimte en de cockpit, boven de linker- en rechterspiegels, en blokkeert een deel van uw draaihorizon, vooral bij linksaf slaan. Daarom wordt hier meer over gesproken.
De hoek waaronder de voorkolom het zicht van de bestuurder blokkeert, moet ook in aanmerking worden genomen bij het bepalen van de geometrie van de voorkolom. Onder normale omstandigheden bedraagt de binoculaire overlappingshoek van de bestuurder door de voorkolom 5-6 graden. Vanuit het comfort van de bestuurder geldt: hoe kleiner de overlappingshoek, hoe beter. Dit heeft echter te maken met de stijfheid van de voorkolom. Niet alleen moet een bepaalde geometrische afmeting worden bereikt om de hoge stijfheid van de voorkolom te behouden, maar ook moet de invloed van de occlusie van de bestuurder op de voorkolom worden verminderd. Dit is een tegenstrijdig probleem. De ontwerper moet proberen een balans te vinden tussen deze twee om het beste resultaat te behalen. Op de North American International Auto Show van 2001 introduceerde het Zweedse Volvo zijn nieuwste conceptauto, de SCC. De voorkolom werd transparant gemaakt en voorzien van transparant glas, zodat de bestuurder door de kolom naar buiten kon kijken en de dode hoek van het gezichtsveld tot een minimum werd beperkt.