Functie, methode en drukparameters van de stookolieraildruksensor
De ECM gebruikt dit sensorsignaal om de brandstofdruk in de olierail te bepalen en berekent hiermee ook de brandstoftoevoer binnen het werkbereik van 0 tot 1500 bar. Een sensorstoring kan leiden tot verlies van motorvermogen, snelheidsvermindering of zelfs stilstand. De uitgangssignaalspanningsparameterwaarde van de brandstofraildruksensor onder verschillende brandstofdrukken kan worden onderverdeeld in: Relatieve druksensor: de referentiedruk bij het meten van de druk is atmosferische druk, dus de meetwaarde bij het meten van de atmosferische druk is 0. Absolute druksensor: de referentiedruk bij het meten van de druk is vacuüm, en de gemeten drukwaarde is de absolute drukhandhavingsmethode met drie draden. Twee voedingskabels leveren 5 V werkspanning aan de sensor, en één signaalkabel levert een druksignaalspanning aan de ECM.