Ingangs- en uitgangskarakteristieken van de vacuümbooster. Er is een buigpunt op elke curve dat overeenkomt met de verschillende vacuümgraden in de afbeelding, het zogenaamde maximale vermogensondersteuningspunt. Dit is het punt waarop het drukverschil dat op het servomembraan werkt zijn maximum bereikt naarmate de ingangskracht toeneemt. Vanaf dit punt is de toename van de uitgangskracht gelijk aan de toename van de ingangskracht.
Volgens QC/T307-1999 "Technische voorwaarden voor vacuümboosters" bedraagt de vacuümgraad van de vacuümbron tijdens de test 66,7 ± 1,3 kPa (500 ± 10 mmHg). De invoer- en uitvoerkarakteristieken van de vacuümbooster worden vooraf bepaald door de berekeningsmethode. Volgens het werkingsprincipe van de vacuümbooster kunnen twee karakteristieke parameters op de karakteristieke curve worden benaderd: de invoerkracht die overeenkomt met het punt van maximaal vermogen en de som; de verhouding tussen de uitvoerkracht en de invoerkracht vóór het punt van maximaal vermogen, namelijk de vermogensverhouding.