Hydraulische spannerconstructie
De spanner is gemonteerd aan de losse zijde van het distributiesysteem, die voornamelijk de geleideplaat van het distributiesysteem ondersteunt en de trillingen elimineert die worden veroorzaakt door de snelheidsfluctuatie van de krukas en het polygooneffect zelf. De typische structuur is weergegeven in Figuur 2, die in principe uit vijf onderdelen bestaat: behuizing, terugslagklep, plunjer, plunjerveer en vulstuk. De olie wordt via de olie-inlaat in de lagedrukkamer gevuld en stroomt via de terugslagklep naar de hogedrukkamer, bestaande uit de plunjer en behuizing, om de druk te verhogen. De olie in de hogedrukkamer kan via de dempingsolietank en de plunjeropening weglekken, wat resulteert in een grote dempingskracht die een soepele werking van het systeem garandeert.
Achtergrondkennis 2: Dempingseigenschappen van hydraulische spanner
Wanneer een harmonische verplaatsingsexcitatie wordt toegepast op de plunjer van de spanner in figuur 2, genereert de plunjer dempingskrachten van verschillende groottes om de invloed van de externe excitatie op het systeem te compenseren. Het is een effectieve methode om de eigenschappen van de spanner te bestuderen door de kracht- en verplaatsingsgegevens van de plunjer te extraheren en de dempingskarakteristiek te tekenen zoals weergegeven in figuur 3.
De dempingskarakteristiek kan veel informatie weergeven. Zo geeft het omsloten gebied van de curve de dempingsenergie weer die de spanner verbruikt tijdens een periodieke beweging. Hoe groter het omsloten gebied, hoe sterker het trillingsabsorptievermogen. Een ander voorbeeld: de helling van de curve van het drukgedeelte en het resetgedeelte geeft de gevoeligheid van de spanner weer bij het laden en lossen. Hoe sneller het laden en lossen, hoe minder de ongeldige beweging van de spanner en hoe gunstiger het is om de stabiliteit van het systeem te behouden bij een kleine verplaatsing van de plunjer.
Achtergrondkennis 3: Verband tussen zuigerkracht en losse randkracht van ketting
De losse randkracht van de ketting is de ontleding van de spankracht van de spanplunjer langs de tangentiële richting van de spangeleiderplaat. Naarmate de spangeleiderplaat roteert, verandert de tangentiële richting gelijktijdig. Volgens de lay-out van het timingsysteem kan de corresponderende relatie tussen de plunjerkracht en de losse randkracht onder verschillende posities van de spangeleiderplaat bij benadering worden opgelost, zoals weergegeven in figuur 5. Zoals te zien is in figuur 6, is de trend van de verandering in de losse randkracht en de plunjerkracht in het werkgedeelte in principe hetzelfde.
Hoewel de kracht aan de strakke zijde niet rechtstreeks kan worden berekend met behulp van de plunjerkracht, is de maximale kracht aan de strakke zijde volgens technische ervaring ongeveer 1,1 tot 1,5 keer zo groot als de maximale kracht aan de losse zijde. Hierdoor kunnen ingenieurs indirect de maximale kettingkracht van het systeem voorspellen door de plunjerkracht te bestuderen.